Bericht van Nico

Geachte en geliefde leerlingen,

Afgelopen maand juni heb ik afscheid genomen van Zentrum Utrecht en de Yoga Academie Nederland. Dankbaar en met veel genoegen denk ik terug aan de laatste, feestelijke bijeenkomst. Het is het fijn te weten dat op beide plekken het onderricht voortgezet wordt. In Utrecht door Simon de Boer en de meditatielessen voor de yoga-opleiding door onze eigen Marieke Heijman. Simon is opgeleid in Zenriver en heeft transmissie gekregen van Tenkei Roshi. Dat hij in Utrecht gaat lesgeven, is voor mij ook een bevestiging van de jarenlange vriendschap tussen mij en Tenkei Roshi.

In de laatste twee weken van juni is een grote wens in vervulling gegaan. Ik heb transmissie kunnen geven aan Dick Butsugen Verstegen (Nijmegen), Jan Mukan Klungers (Salland), Cornelia Wierenga Gyokushin, Daan Zazen Shin de Bruijn en Willem Scheepers Kaishin (Utrecht) en in Amsterdam aan Lolit Dhyan ten Hengel, Maria Muki Lemaire, Jacky Shobogendo van der Reep en Marieke Virya Heijman. Zij kunnen zelfstandig en naar eigen goeddunken de zentraditie voortzetten. Ik wens hen veel geluk en vooral zeer goede leerlingen.

Het afgelopen jaar hebben we ons 25-jarig bestaan gevierd. Op de zaterdagen van de sesshin-weekends luisterden we naar sprekers die zowel over onze eigen traditie als daarbuiten vertelden over hun ervaringen. Zo hoorden we over mystieke belevingen en wat deze betekenen voor de literatuur, de muziek en de schilderkunst. Deze serie lezingen was een cadeautje voor de vaste groep bezoekers/donateurs. Het komend jaar zullen de weekenden weer zijn als vanouds. Maar ik hoop dat ook in de toekomst in de programmering regelmatig aandacht is voor mystici, mannen en vrouwen buiten de zentraditie, die een grote bron van inspiratie kunnen zijn voor ons eigen spirituele pad.

De zomertijd loopt ten einde. Ik hoop dat ieder ook vrij heeft kunnen nemen van zen en met september weer vol goede moed kan beginnen aan een nieuw seizoen. Laten we volgende week weer bij elkaar komen en gaan zitten ‘als voor de eerste keer’. De eerste dinsdagavond dat we weer bijeen zijn, wil ik graag aandacht vragen voor de volgende tekst van Johannes van het Kruis:
Bestijging van de Berg Karmel
Weg om in het bezit te komen van het Al

Om te geraken tot het smaken van alles,
heb smaak in niets.
Om te geraken tot het bezit van alles,
wil niets bezitten.
Om te geraken tot alles zijn,
wees niets.
Om te geraken tot het weten van alles,
wil niets weten.
Weg om te geraken tot het Al

Om te geraken tot wat ge nog niet smaakt,
moet ge gaan langs de weg van het niet-smaken.
Om te geraken tot wat ge nog niet weet,
moet ge gaan langs de weg van het niet-weten.
Om te geraken tot het bezit van wat ge nog niet hebt,
moet ge gaan langs de weg van het niet-bezitten.
Om te geraken tot wat ge nog niet zijt,
moet ge gaan langs de weg van het niet-zijn.
Weg om geen beletsel te stellen aan het Al

Als ge bij iets blijft stilstaan,
werpt ge u niet met hart en ziel op het Al.
Om volledig tot het Al te komen,
moet ge u volledig van alles ontdoen.
Als ge eenmaal volledig tot het bezit komt van het Al,
moet ge het vasthouden zonder iets anders te willen.
Als ge immers in het Al nog iets aparts wilt bezitten,
houdt ge God niet voor uw zuivere schat.
Aanwijzing dat men in het bezit is van het Al

In deze ontbloting vindt de geest
zijn rust en ontspanning.
Omdat hij immers niets najaagt,
vermoeit hem niets op de weg naar omhoog
en drukt hem niets neer op de weg naar beneden;
want hij staat in het middelpunt van zijn nederigheid.
Verlangt hij immers naar iets
Dan geraakt hij juist daardoor vermoeid.¹

De laatste weken heb ik veel van Johannes van het Kruis herlezen. En ik sta steeds weer verbaasd over zijn fijnzinnige, mistagogische raadgevingen. Hij kent de subtiele werkzaamheid van de geest. Begiftigd met een groot literair talent, leidt hij liefdevol maar resoluut de leerling door de diepte- en hoogtepunten van de geestelijke weg. Maar hij is een absolutist, want hij wil niets anders dan het ‘Al’, oftewel het Absolute Goede. Voor minder gaat hij niet.

Ik zou je willen vragen deze regels te onderzoeken: wat doet deze tekst mij? Wekken de woorden afschuw, opstand, verzet? Roepen de regels op tot ontkenning van de wereld? Is Johannes van het Kruis wereldvreemd? – hij was tenslotte zijn leven lang een monnik. Of wekken deze woorden een gevoel van bevrijding? En hoe verhoudt zich dan dit tot onze gewone aardse zaken, wereldse zorgen en verantwoordelijkheden? Blijft er als ik deze adviezen volgt, nog iets leuks voor mij over? Wijst hij op iets dat voor mij te hoog gegrepen is? Kan ik het niet wat rustiger aandoen? En wat heeft dit met mijn zenweg te maken?

Alle goeds,

Niko Sojun Tydeman

1. Johannes van het Kruis, Volledige Werken, vertaald en van inleidingen voorzien door Johannes a Cruce Peter OCD en J.A. Jacobs, Uitgeverij Paul Brand N.V., Hilversum/Antwerpen, 1963, Bestijging van de Berg Karmel, p.556.