Elsbeth Wolf leest voor
Lentewind: je laten dragen door het leven zelf…
Elsbeth Wolf is voorzitter van Maha Karuna Ch’an en een van de opvolgers van Ton Lathouwers. Ze leest een bewerking voor van haar verhaal dat ze vorige week op de website van Maha Karuna Ch’an plaatste. Onderaan de tekst is het fragment af te spelen.
Zo stelt Elsbeth zich voor:
“Nico Tydeman was mijn eerste leraar in Rotterdam. Bij hem deed ik jukai waarbij ik de Nederlandstalige naam: ‘Onbetwijfelbare Verlichting’ kreeg. Ik herinner me lang geleden een dokusan met Genno Roshi, toen ze mijn boeddhistische naam vroeg en ik een vertaling gaf, met de vermelding dat dit als een enorme opdracht in het leven voelde: het was aanleiding tot een ingehouden, maar vrolijke lach van beide kanten. In de Chinese ch’antraditie van Ton Lathouwers is het Licht van verlichting geworden, Zjiméng zhie guang, ik zou bijna zeggen: een even grote zo niet grotere opgave!”
---
Lentewind: je laten dragen door het leven zelf…
Het uitbreken van de lente dit jaar wordt overschaduwd door het corona virus. De vernietiging van eco-systemen, die ruimte geeft aan de verspreiding van virussen die eerder alleen op in het wild levende dieren voorkwamen, gaan wereldwijd hun tol eisen. Eerder was er het ebola virus in Afrika, nu corona in de hele wereld (Correspondent, 30-03-2020).
We leven niet in een totale lockdown; we mogen nog naar buiten voor boodschappen of een wandeling, maar onze vrijheid is aanzienlijk ingeperkt. Niemand ontkomt eraan. Op straat lopen we in een bocht om elkaar heen en op de snelwegen is het ongekend rustig. Om te voorkomen dat het virus zich verder kan verspreiden, is vrijwel alles gesloten en afgelast. Alles wat het leven leuker, mooier maakt ligt stil. Dansvoorstellingen, muziek, toneel en musea, sport, we kunnen er niet naartoe. We gaan allemaal online om elkaar te blijven voeden en verbindingen te leggen.
Hoe gaan we met deze coronacrisis om? Kunnen we meebewegen met wat is of verzetten we ons tegen de inperkingen van ons bestaan? Zijn we bang en jaagt het virus ons de stuipen op het lijf? Of zetten we ons hoofd op non actief en schermen we ons af.
Hoewel onze maatschappelijke vrijheid is ingeperkt, blijft onze innerlijke vrijheid onbegrensd. Onze geest is zo groot als het hele universum, zegt Huineng in de Platformsoetra. Door te luisteren naar onze innerlijke stem en intuïtie kunnen we die vrijheid en openheid ervaren. Dat is niet makkelijk, het vraagt beoefening, steeds opnieuw. Als het lukt onze geest ‘leeg’ te houden wordt zij niet overstroomd door benauwende gedachten, angsten, dreiging en stress. Het is als balanceren op een slap koord: de ene keer lukt het beter dan de andere keer.
Het is al een paar weken lente, de kersenboom laat haar eerste bloesem zien. Er is een bekend gedicht, Lentewind van Ikkyū (1394-1481), Japans zen meester uit de vijftiende eeuw. Hij zwierf als bedelmonnik gedurende dertig jaar door het land en gaf onderwijs aan iedereen die dat wilde: zwervers, prostituees, zakenlui, kunstenaars, gewone mensen. Hij had veel volgelingen en toen hij rond de veertig was, werd hij gevraagd zich te vestigen in een klooster. Na tien dagen abt te zijn geweest van dat klooster, hield hij het voor gezien. Bij zijn vertrek dichtte hij de volgende regels (Hoover, 1980, 214):
“Tien dagen in deze tempel en mijn geest is in grote verwarring,
mijn voeten raakten verstrikt in ambtenarij.
Mocht je mij toch op een goede dag willen opzoeken,
Probeer het dan op de vismarkt, het wijnlokaal of het bordeel.”
Rond zijn zeventigste jaar werd hij alsnog abt van een klooster, waar hij met de non Mori, zijn geliefde, in een naastgelegen eenvoudige hut woonde. Om Ikkyū te kunnen plaatsen memoreert Hoover (1980, 215): “Waar de meesters van de Tang periode (plm. 700-845) de gouden eeuw van zen, in hun onderricht experimenteerden met nieuwe technieken in de overdracht van hart tot hart en in het ontdekken van nieuwe wegen naar plotselinge verlichting, vierde Ikkyū blijmoedig het bruisende leven van alledag en zag hij verlichting in de ervaring van hartstochten van het leven zelf.” Hij is één van de meest gepassioneerde zenmeesters van Japan en wordt in onze tijd als held afgebeeld in stripboeken en figureert in tekenfilms. Hij is bekend om zijn poëzie1 en kalligrafieën. Talloze anekdotes gaan over hem rond. Lentewind gaat als volgt:
“Breek een bloesemtak van een kersenboom open en er zijn geen bloemen,
maar de zachte lentewind laat duizenden bloemen bloeien.”
Wat Ikkyū zegt in deze regels is, dat we de loop van de dingen uit eigen macht niet kunnen versnellen, we moeten geduld hebben, wachten op het juiste moment. De bloesemtak als metafoor voor de coronacrisis. We willen graag dat de crisis snel zal uitdoven maar… het is zeer waarschijnlijk een zaak van de lange adem en vergt geduld. We moeten het uithouden, “niet mijn wil”, is wat ik leerde van mijn eerste leraar Nico Tydeman. De bloesemtak met bloesem die vrucht draagt, afsterft en in de lente weer opnieuw bloesem draagt, ook als metafoor voor ons eigen leven met hun wisselende perioden van voorspoed en tegenslag, angst en gemoedsrust, waarin innerlijke groei ons als genade kan toevallen.
Breek je een bloesemtak open dan vind je geen bloemen, maar de zachte lentewind laat duizenden bloemen bloeien. Alles heeft zijn eigen tijd en ingrijpen werkt soms averechts, dan maak je het kapot, kom je niet tot bloei. Dat geldt niet alleen voor de kersenbloesem, ook voor ons. “Stop chasing then it comes to you!”
Een ander mooi voorbeeld is de pop van een vlinder. Als je de vlinder helpt om uit de pop te komen, zal de vlinder nooit kunnen vliegen en doodgaan. De vlinder heeft juist die worsteling nodig om als een sterke vlinder tevoorschijn te kunnen komen uit de pop, met krachtige vleugels om te kunnen fladderen en leven als een vlinder. Dat geldt ook voor ons. We moeten wachten en waken, zodat die diepere laag in ons open kán bloeien. Geduld betrachten waar versnellen of afdwingen niet werken.
In weerbarstige tijden zei mijn moeder altijd: “gewoon blijven doorademen, ooit wordt het weer anders”. Ons leven is momenteel moeilijker, omdat we noodgedwongen vaker alleen zijn en minder direct contact kunnen hebben met onze medemensen, niet de dingen kunnen doen die we graag doen. Maar de tijden veranderen weer.
Als het lukt om mee te bewegen met wat is
en gedachten en weerstand op te geven,
(al is het maar voor één moment)
dan worden we gedragen door het leven zelf.
Nu op dit moment, in de stilte van onze meditatie richten we onze blik naar binnen zodat we kunnen afdalen naar een diepere laag in ons, waar we heelheid kunnen ervaren. Daar kunnen we vrede vinden en onze kracht aanboren. Ons verbonden voelen met alle anderen. Zijn.
Daar raken we aan het wonder van het bestaan: de tak met kersenbloesem, onze ware natuur.
Deze tekst is eerder gepubliceerd op de website van Maha Karuna Ch'an
De PDF van de tekst is te downloaden.
Thomas Hoover, The Zen Experience. The historical evolution of Zen through the lives and teachings of its great masters, 1980.
Red Pine, The Platform sutra: Zen teaching of Hui-Neng, 2006.
- 1Ikkyū gebruikte zijn poëzie als middel om zijn verlichting tot uitdrukking te brengen, maar ook om zijn kritiek op het establishment van die tijd te uiten. Hij wisselt dat af met gedichten waarin hij de liefde bezingt. De gedichten zijn gebundeld in Crazy Cloud Poems.