Het mystieke in de muziek

Over componisten, musici en luisteraars

Noot van de redactie: 
Dit is de inleiding van Nico Tydeman bij het pianoconcert-via-Zoom van Xavier Boot op zondag 7 juni.
In de tekst zijn ook de opnamen van de inleiding en het concert opgenomen.

-- 

Waar komt muziek vandaan? Niet alleen componisten, maar ook filosofen en psychologen hebben zich deze vraag gesteld. De neurologen zeggen: het brein. Maar dat lijkt me meer de plaats waar muziek ontstaat en zegt nog niets over de muzikale gebeurtenis. Bovendien zou een componist ook kunnen zeggen dat hij het uit zijn tenen haalt. Het brein lijkt meer op een gigantisch orgel met honderden toetsen, registers en pedalen. Wie bespeelt dit orgel? Is er wel iemand die te midden van duizenden grote en kleine pijpen klanken, melodieën, harmonieën voortbrengt? Pythagoras was van mening dat tonen ontstaan door de beweging van planeten. Het lijkt het werk van de natuur.

 

Vergelijkbaar met het windorgel op het strand van Vlissingen: een twintigtal bamboestengels van verschillende afmetingen en gaten waar de wind doorheen blaast. Naargelang de kracht of zachtheid van de wind bromt, gromt, loeit, sist, fluit, fluistert het orgel. En het is nooit stil. Er is altijd een onafgebroken stroom van klanken.
Wat zeggen componisten zelf als zij over het ontstaan van hun muziek spreken? Sommigen, zeker degenen die uitgesproken religieuze composities maken, schrijven als antwoord op die vraag: mystieke teksten. Zij noemen zich bemiddelaars, die, verdreven uit hun gewone dagbewustzijn, overstroomd worden met muzikale boodschappen die van gene zijde lijken te komen en waarvoor zij het ongekende vermogen hebben dit op schrift te stellen.1
Puccini zegt over zijn opera Madame Butterfly: ‘De muziek van deze opera werd me gedicteerd door God; ik was niet meer dan een instrument om het op papier te zetten en dit te communiceren met het publiek.’
Tjsaikofski schrijft dat hij bij het componeren overvallen wordt door iets wat wortel schiet met buitengewone kracht en snelheid. Hij vergeet alles, zegt zich te gedragen als een waanzinnige en werkt met vaart de ene gedachte na de andere uit. Hij noemt het ‘een magisch proces’.
Johannes Brahms heeft deze zeer fraaie weergave:

‘Wanneer ik de drang voel begin ik direct een beroep te doen op mijn Schepper… Onmiddellijk voel ik de vibraties die mijn gehele wezen doen trillen… Dan voel ik mij in staat de inspiratie van boven naar mij toe te trekken zoals Beethoven deed… Deze vibraties nemen de vorm aan van onderscheiden mentale beelden… Meteen stromen de ideeën over me heen, direct van God en niet alleen zie ik de afzonderlijke thema’s in het geestesoog, maar zij zijn bekleed met de juiste vormen, harmonieën en orkestratie. Maat voor maat wordt het eindproduct aan mij geopenbaard, wanneer ik in die zeldzame, geïnspireerde stemmingen ben… Ik moet in een tranceachtige conditie zijn om zulke resultaten te krijgen – een conditie wanneer de bewuste geest in een tijdelijke onzekerheid verkeert en het onbewuste de controle heeft, want het is door de onbewuste geest, welke een deel is van de Almachtige, dat de inspiratie komt.’

Olivier Messiaen componeerde, zoals hij dit zelf noemde, gekleurde muziek: son-couleur. Bij het horen of lezen van muziek zag hij kleuren. Zijn kleurgewaarwording varieerde met hoge en lage registers, dynamiek en tempo. Hij zag kleuren bij een chromatisch klankcomplex, maar ook bij een eenvoudige drieklank. Een drieklank op G zag hij als geel, op E als rood, op C als wit, op A als blauw en op Fis een fontein van veelkleurigheid.2

Messiaen wilde met zijn muziek de toehoorder verblinden. Hij was een diep religieus, katholiek mens. Hij was zeer geïnteresseerd in zen-boeddhisme, alsook in het werk vaan Thomas van Aquino en Jan van Ruusbroec. Hij citeert Thomas: ‘God overweldigt en verblindt ons door overmaat aan Waarheid’, woorden die tevens het einde vormen in zijn opera Francis van Assisi. En hij haalt Ruusbroec aan: ‘De contemplatie ziet iets, maar wat ziet ze? Een verhevenheid die boven alles uitgaat, die noch het een, noch het ander is.’ Kenmerk van alle mystiek is de verblinding. Als Messiaen zegt: ‘Ik denk dat er geen werkelijk profane, noch sacrale muziek bestaat, maar één enkele werkelijkheid gezien vanuit verschillend hoeken’, dan geeft dat te denken. In de verblinding wordt deze scheiding, dit onderscheid doorbroken. Er is muziek die het sacrale laat horen, of ze is er niet. Het criterium is of ze het normale, op het profane, georiënteerde luisteren doorbreekt.

Messiaen:

‘Voorts is het juist dat ik gekleurde muziek boven de liturgische en de religieuze muziek stel. Liturgische muziek viert God bij Hemzelf, in Zijn Kerk, in Zijn eigen Heiligdom; de religieuze muziek ontdekt hem op ieder uur en op iedere plaats, op onze eigen planeet Aarde (…) Maar de gekleurde muziek doet wat de glas-in-loodramen en rozetten van de Middeleeuwen doen: ze brengt ons de verblinding [l’éblouissement]. Tegelijk onze meest nobele zintuigen rakend, het gehoor en het zicht, doet ze onze zintuiglijkheid op haar grondvesten trillen, stimuleert ze onze verbeelding, vergroot ze onze intelligentie, zet ze aan tot het overstijgen van concepten, tot het bereiken van wat hoger is dan het denken en de intuïtie: het Geloof.’

Wat voor het oog verblindend is, is voor het oor alsnog toegankelijk. Al dient dit oor van een bepaalde doofheid te worden genezen. Augustinus: ‘Gij schreeuwt, roept, Gij hebt mijn doofheid doorbroken.’ Er is een toon van het absolute die om gehoord te worden een doorbraak bewerkt, dat wil zeggen een vreugde, een glorie, een overmaat aan Waarheid, die zich kenbaar maakt aan oren die bereid zijn zich te laten overweldigen. Dat oor is bereid zich te onderwerpen aan een sacraal geweld.

Nog één voorbeeld: Sofia Gubaidulina, van Tartaar-Russische afkomst, thans 89 jaar en nog steeds werkzaam. Zij is een van de grote componisten van onze tijd. Zij componeerde onder ander een Johannes Evangelie, creëerde muziek op de Jezus’ laatste Kruiswoorden en op het Zonnelied van Franciscus. Een groot gelovige vrouw die zich diep verbonden weet met de Russisch Orthodoxe Kerk. Haar vader wilde niets weten van religie. Daarover zegt zij:

‘En omdat religie zo ongewenst was in ons land, moedigde mijn moeder ook niet aan om er over te praten. Ik herinner me een moment dat ik in een dorp was bij een religieuze vrouw die in een hoek van haar huis een icoon had van Christus. En ik herkende hem, ik herkende God, ik herkende Christus. Ik was slechts vijf jaar. Mijn ouders waren geschrokken toen zij merkten dat ik religieus was. Vanaf dat moment begreep ik dat dit verboden was en ik verborg mijn psychologische ervaringen voor de volwassenen. Maar deze religieuze ervaring leefde in mij. Op de een of ander manier mengde muziek zich van nature met religie. Klanken werden sacraal.’

Componeren is voor haar een mystieke handeling. Zij baseert zich op één van traditionele betekenissen van religie: Religie: een herbevestiging van ‘legato’, van verbinding, connectie. Gubaidulina: ‘Ik ben volledig ervan overtuigd dat er geen serieuzer taak voor de kunstenaar is dan deze connectie, omdat ons hele leven gefragmenteerd is. Het dagelijks leven vindt plaats in een soort staccato, Wij hebben geen tijd voor enige continuïteit in ons leven, maar de cultuur helpt ons een lijn te trekken en dus is dit ‘legato’ een religieuze act.’3

Er zijn nog vele voorbeelden te geven van componisten die hun muziek horen uit een onwereldse, sacrale dimensie: Hector Berlioz, Claude Vervier en Arvo Pärt bijvoorbeeld.

Maar ik wil nu iets zeggen over de uitvoerende kunstenaars. Vele musici getuigen van de noodzaak niet alleen van een ijverig studeren, maar ook van een spirituele houding die hen verlost van een egocentrische bekommernis om de uitvoeringspraktijk. We weten wat de yoga voor Yehudi Menuhin betekend heeft. Sommigen verklaren zeer te zijn geholpen door oefening en raadgevingen vanuit de zentraditie. Bijvoorbeeld pianist Nelson Goerner, geboren In San Pedro, Argentinië, in 1969. Geroemd om zijn uitvoeringen van Beethoven, Liszt, Schumann ect. Hij speelt op alle podia van de wereld. Hij kwam met de zentraditie in aanraking door een boek van Claudio Arrau. Deze beroemde, Chileense pianist had de zenfilosofie ontdekt in een tijd dat hij leed aan een ernstige depressie. Zen hielp hem diep in de interpretatie te gaan en gaf hem de discipline verder te gaan met zijn carrière.
De interviewer vroeg Nelson Goerner: ‘Kan Zen ons iets leren over de essentie van muziek?’ Nelson antwoordde:

‘Natuurlijk, Zen kan ons helpen te verbinden met ons innerlijke zelf op een meer dieper en misschien onverwachte wijze, daar er vele aspecten en vele lagen in onszelf verborgen liggen. Gelijk andere filosofieën helpen de diepe wortels van zen je te verbinden met de diepste lagen van je onderbewuste, van je ziel, een proces dat van grote invloed kan zijn voor jou als kunstenaar en dat zijn weerspiegeling vindt in je interpretaties… Ik geloof dat een kunstenaar het nodig heeft terug te vallen op ware spiritualiteit, hetzij door zen of een andere discipline omdat dit je uiteindelijk zal helpen je blijvend te ontwikkelen… Ik wens nooit te stoppen met leren en met mij te ontwikkelen. Mijn ideaal als musicus is constant leren. Je kan een slechte dag hebben of in een crisis verkeren, op een bepaald moment ongelukkig zijn, maar het is belangrijk altijd door te gaan met ontdekken. Zoals Rachmaninoff zei: ‘Muziek is genoeg voor een leven, maar een leven is niet genoeg voor muziek.’’

Een tweede voorbeeld: Hélène Grimaud, Frans pianiste, auteur van diverse boeken, zeer betrokken op mensenrechten, het klimaat, en een grote liefde voor wolven -. Op de vraag ‘ Heb je zelf een connectie met Zen’, antwoordt zij:

‘Ik denk een zen-gevoel te kennen en deze ervaring komt het meest dichtbij als ik aan sommige stukken muziek werk. Dan, afhankelijk van de voortgang van mijn relatie met dat speciale stuk, in sommige sessies, stopt de tijd volledig. Je werkt voor enige uren alsof gedurende die tijd niets bestaat. Ik denk dat dit een incarnatie is van een staat van zen, wanneer je zo in het moment bent, zo aanwezig en zo aandachtig. Ofschoon, interessant genoeg het niet elke keer gebeurt. Andere ervaringen die mij dicht bij die staat van zen brengt, zou in de interactie met dieren zijn. Het is een kwestie die we in het Frans recueillement noemen, het is een reflectie als een koorts wanneer je open staat voor het moment, gereed om te accepteren wat ook moge komen. Geen verwachting is de beste manier om te accepteren wat mogelijk kan gebeuren. Je moet alles vergeten en alle dingen nemen zoals ze komen. Dit schijnt gemakkelijker in relatie met muziek of met dieren, en het is voorbij het gebruik van taal.’

Maar hoe zit het met mij, de luisteraar, de muziekminnaar? Ben ik in staat bij het horen van muziek mij mee te laten voeren naar dat onuitsprekelijke, goddelijke gebied waar de toonmeesters de klanken, melodieën, ritmes, harmonieën en disharmonieën vernomen hebben?
 Ook de Dharma komt tot ons via de oren. Alle sutras beginnen met de aanhef van Ananda: ‘Aldus heb ik gehoord’. En door vaak naar de Dharma te luisteren, wordt ons geleidelijk duidelijk wat met de Dharma bedoeld wordt. In de zenschool werken we soms met de koan: wat is het dat hoort? Oftewel, kun je laten horen wie of wat er hoort? Een mooie oefening tijdens zazen. Het luisteren naar de geluiden die tot de zendo doordringen: een zacht geruis, een vogel, de regen, verkeer, voetstappen van bovenburen. Leren om zelfvergeten te luisteren, zodat alles wat tussen degene die hoort en het gehoorde staat, wegvalt en hoorder en het gehoorde in elkaar schuiven, tot er geen onderscheid meer is.
Een van de mooiste spirituele teksten vind ik de 112 oefeningen van Lakshmanjoo.4 De tekst is ongeveer vierduizend jaar oud. De godin Devi stelt haar echtgenoot Shiva de grote spirituele kwestie: ‘O Shiva, wat is Uw werkelijkheid? Wat is dit wondervolle universum? Wat vormt de kiem? Wie is het middelpunt van het universele wiel? Wat is dit leven dat vormloos vormen doordringt? Hoe kunnen wij het volledig binnengaan, boven ruimte en tijd, namen en beschrijvingen? Laat mijn twijfels opgehelderd worden!’
Shiva antwoordt zijn geliefde niet met verklaringen, filosofische of psychologische uiteenzettingen. Hij geeft oefeningen:
    • Beschouw elk gebied van je huidige vorm als grenzeloos ruimtelijk.
    • Gedurende wereldse activiteit, bewaar de aandacht tussen de twee ademhalingen, en word door aldus te oefenen in een paar dagen opnieuw geboren. [ Lakhsmanjoo zegt dat dit zijn favoriete is]
    • Voel de kosmos als doorschijnende altijd-levende aanwezigheid.
    • Bij het vinden van bevrediging, in welke handeling ook, ontwikkel dit.
    • Voel U zelf als alle richtingen doordringend, ver, nabij.
    • Werp gehechtheid aan het lichaam weg, door te realiseren ik ben overal. Iemand die overal is, is vreugdevol.
    • Voel het bewustzijn van ieder persoon als uw eigen bewustzijn. Door aldus bezorgdheid omtrent uzelf ter zijde te laten, word elk wezen.

Shiva en Deva

Voor Shiva is de kosmos geen onbarmhartig universum, maar een lustvolle ruimte. Onze bestemming is daarin op te gaan en daarvan te kunnen genieten. De oefeningen zijn aangenaam om te doen. Zij hebben iets vanzelfsprekends, voor de hand liggend. Je hebt niets nodig. Geen hulpstukken, geen bijzondere houdingen die lang volgehouden moeten worden. Je kunt ze doen op elk moment en op elke plaats. Ze vragen de aandacht te richten op de adem, het lichaam en gebruiken de magie van woorden Ze betreffen vooral de zintuigen. Een aantal oefeningen gaan over horen. Ik kies er een paar uit:5

Baad diep in die oceaan van klank
die in je trilt, nu zoals altijd,
zacht resonerend
doordringt hij de ruimte van het hart

Het oor dat is afgestemd op verzonken horen
leert te luisteren naar het lied van de schepping.

Eerst als een handbel,
dan subtieler als een fluit,
nog fijnzinniger als een snaarinstrument,
uiteindelijk als het gezoem van een bij.

Bij het binnengaan van deze stroom van klanken
vergeet de Luisterende Ene
de uitwendige wereld
en raakt geabsorbeerd in de interne klank,
wordt hij opgenomen in de uitgestrektheid
zoals de sterren zingen als zij stralen

***

Luister met totale aandacht
naar de klanken van snaarinstrumenten.
Gespeeld met gratie
blijkt iedere noot op te rijzen uit de eeuwigheid
en daar weer naar terug te keren.
Wanneer de muziek eindigt,
blijf bij de echo van de muziek,
die in je binnenste weerkaatst.
En als de resonantie verdwijnt in de stilte,
Ga daarin mee.

***

De schreeuw van vreugde die de werelden in beweging zet
wordt weerkaatst in je lichaam
en in de ruimte tussen alle lichamen.
Geliefde, luister.

Ontdek dat overdadige vibratie
elk moment nieuw oprijst
En neuriet op je geheime plaatsen
luidkeels door de kanalen van genoegen.
Weet dat je daardoor altijd overstelpt bent.

Drijf mee met de klank.
Smelt ermee samen in de goddelijke stilte.
De heilige kracht van ruimte zal je dragen
in de dansende stralende leegte
die de bron is van alles.
De oceaan van klank nodigt je uit
voor zijn ruimtelijke omhelzing
en roept je naar huis.

***

Sluit de oren die de buitenwereld achternagaan,
open de oren van de ziel.
Gebruik de spieren op de basis van het bekken,
de intieme bijzondere plaatsen,
en koester de vibrerende energieën die het bekken bevat.

Het lied van de schepping,
Doorlevend, verlevendigend,
Is bespannen in je lichaam
en fluistert geheimen.
Luister daar.

Door te mediteren op de symfonie van je eigen levensstromen
betreed je het paleis van de Schepper.

***

Wij allen sidderen, wij allen kennen angst.

Wend je tot het ene leven dat het universum doordringt,
Wiens naam vrees verdrijft.
Ontdek de naam die in je hart resoneert.

Helderheid doordringt het universum
en de geheime klank die zoemt
in het bestaan
Weerklinkt overal.

Luister voortdurend naar de innerlijke klank,
Wees een minnaar van de Geheime Ene.

Deze oefeningen van Lakhsmanjoo worden ook wel genoemd de ‘yoga of delight’.

We gaan zo dadelijk luisteren naar Bach, tot op de dag van vandaag leermeester en voorbeeld voor componisten; voor veel musici een dagelijks praktijk; voor luisteraars het horen en ondergaan van een mysterieuze mengeling van vreugde en verdriet.
Vervolgens speelt Xavier Chopin. Het wonder van Chopin is dat hij aan één instrument, de piano, genoeg had om al zijn emoties in muziek uit te drukken: woede, angst, verliefdheid, heimwee en berusting en dit vaak in elegante en expressieve melodieën, soms met veel bravoure, technisch zeer veeleisend.

Dan volgt Xavier met Mozart. Mozart zag zijn composities als geheel in een visioen voor zich, ‘als in een droomtoestand’. Het unieke is dat hij zijn partituren schreef in één ruk, foutloos, zonder doorhalingen of correcties.

Xavier speelt ook enkele eigen composities. Hij zal deze zelf bij U inleiden.

Philip Glass

Tenslotte Philip Glass.6 Hij studeerde aan de Julliard School of Music, ging naar Parijs om compositieles te krijgen -of zoals hij het noemde onder handen genomen te worden door Nadia Boulanger. Hij nam volop deel aan de New Yorkse kunstscene in de tweede helft van de vorige eeuw: theater, poëzie, ballet. Ravi Shankar leerde hem de Indiase muziek. Glass doet elke dag zijn yogaoefeningen, is bevriend met Tensin Gyatso, de viertiende Dalai Lama en bezoekt vaak zijn Tibetaanse leraar Gelek Rinpoche. Hij heeft grote interesse in wereldmuziek. Hij componeerde voor soloinstrumenten, kleine ensembles, voor films en grotere werken als Einstein on the Beach, Achnaton, over de Farao die in Egypte het monotheïsme invoerde en het prachtige Satyagraha, - ‘de kracht van waarheid’ – over Gandhi, met teksten uit de Bagavat Gita, en woorden van Tagore en Martin Luther King.

Ook Philip Glass stelde zich de vraag: waar komt muziek vandaan? Hij vroeg het eens aan Ravi Shankar. Bij wijze van antwoord boog hij zich naar een foto van zijn goeroe en zei: ‘De kracht van zijn muziek is dankzij zijn genade via hem in mij beland.’

Interessant is Glass’ opmerking bij zijn eigen componeren: ‘Ik schreef het wel, maar ik was er niet. De ‘ik’ die keek, was er niet. De getuige van mijn leven was op dat moment verdwenen. De getuige moest vertrekken, want ik moest mijn aandacht bundelen om de muziek te visualiseren. Volgens mij verlies ik op zo’n moment het bewustzijn van mezelf. Dat bewustzijn is nu deel van de aandacht en met die aandacht kan ik het werk voortzetten… De getuige is zoek, de kunstenaar Philip heeft de gewone Philip beroofd van zijn vermogen om zichzelf te zijn…. Dat is overduidelijk wat er gebeurt als iemand zegt: 'Ik schreef het in een droom' of 'Ik weet niet waar de muziek vandaan kwam.' Ze zeggen van alles: 'Het moet van God afkomstig zijn' of 'Het moet uit een vorig leven stammen' of wat dan ook. Ze zeggen eigenlijk alleen maar: 'Ik kan me niet herinneren hoe ik het deed', en soms verzin­nen ze een externe bron. Maar de echte bron is geen van die dingen. Het is een proces dat de kunstenaar zich eigen heeft gemaakt. Hij heeft zichzelf aangeleerd die extra aandacht op te brengen die hij nodig heeft om het werk te maken.’

Xavier, ik vind het fantastisch dat je als musicus, pianist en zenstudent ons dit concert hebt aangeboden. Dankjewel!

Ik wens U allen veel luisterplezier.

  • 1Zie voor het volgende, David Loy, Non-duality, A study in comparative philosophy, Humanity Books, 1998, p.152/153.
  • 2Sander van Maas, Doorbraak en idolatrie, Olivier Messiaen en het geloof in muziek, Eburon Delft, 2003.
  • 3Sofia Gubaidulina in een interview, youtube.
  • 4Zen-zin, Zen-onzin, een verzameling van zen- en prezen-geschriften, bijeengebracht door Paul Rebs, met een inleidend woord van prof. Dr. F.Vos (Leiden, N.Kluwer NV, Deventer, 1968, p.151 -160.
  • 5Vertaling (NT) uit Lorin Roche, Phd, The Radiance Sutras, 112 gateways to the Yoga of wonder & delight, Sounds True, Boulder, Colorado, 2014.
  • 6Philip Glass, Woorden zonder muziek, een leven in de muziek, vertaald uit het Engels door Catalien en Willem van Paaassen, Hollands Diep, Amsterdam, 2015, citaat op blz. 408/409.